(HEMELWATER)INFILTRATIE

Vaak is het nodig aan te geven hoe met hemelwater op een perceel moet worden omgegaan, bijvoorbeeld bij een wijziging van het bestemmingsplan of de aanvraag van een omgevingsvergunning in het kader van duurzaam waterbeheer en het daarmee samenhangende waterneutraal bouwen.
Hiertoe bepaalt Inpijn Blokpoel ingenieurs in de eerste plaats of een locatie geschikt is voor de infiltratie van hemelwater. De opzet van het infiltratie onderzoek is gebaseerd op Module C2510 van de Leidraad Riolering (2015).
Een belangrijk onderdeel van deze toets is de k-waarde (waarde voor de doorlatendheid) van de ondergrond. De k-waarde van de ondergrond bepalen we in het veld met verschillende typen in-situ waterdoorlatendheidsmetingen en in het laboratorium middels correlaties met korrelverdelingenfalling head en constant head proeven. Met de in-situ waterdoorlatendheidsmetingen verkrijgen we inzicht in zowel de horizontale als de verticale k-waarde.

Naast het bepalen van de k-waarde is ook het grondwaterregime op de locatie belangrijk, met name de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Een infiltratievoorziening moet immers boven de GHG worden aangelegd. Het grondwaterregime kan op verschillende manieren worden bepaald. Doorgaans is in de omgeving van de projectlocatie een peilbuis beschikbaar in de database van TNO/BRO. Een statistische analyse van deze langjarige grondwaterstandgegevens geeft inzicht in het grondwaterregime op de locatie.

(Tekst gaat verder na figuur)

Bron: Stichting RioNed

Nadat het infiltratieonderzoek is afgerond kan Inpijn Blokpoel ingenieurs een watertoets voor u opstellen. Binnen een watertoets zijn diverse opties mogelijk. De toets kan beperkt blijven tot het bepalen van de benodigde bergings-/infiltratievolume voor hemelwater. De eisen hiervoor worden vaak door gemeente en/of waterschap gesteld en in hemelwaterbeleid vastgelegd. Overleg met de gemeente en/of het waterschap om meer duidelijkheid te krijgen over de exacte eisen is een standaard onderdeel van onze advieswerkzaamheden.

Op het moment dat het benodigde te bergen en/of te infiltreren volume is bepaald, wordt (indicatief) berekend welke dimensies een infiltratievoorziening moet hebben.